Bridge is de vierde meest gespeelde teamsport van
Nederland. Het kaartspel wordt door ruim 100.000 mensen in clubverband gespeeld
en de Nederlandse bridgeteams horen bij de top van de wereld. Toch heeft bridge
een imagoprobleem, dat de toekomst van de bridgesport in Nederland in gevaar
kan brengen.
Theseus
Op de Bredaseweg in Tilburg vind je Denksportcentrum
Theseus, thuis van de gelijknamige bridgeclub. Als je binnentreedt voel je
direct de huiselijke sfeer om je heen. Er staan verdeeld over de ruimte houten
sta- en zittafels. Op een van deze tafels staat een schaakbord, want er wordt
hier niet alleen gebridget. De wat donkere bruinige kleuren geven een warm
gevoel. Achter de bar, die in het midden van de ruimte staat, staat cafe-eigenaar
Nils Meeuwissen, die je direct welkom heet.
In de kamer links van de bar wordt gebridget. “Het is vandaag erg rustig”, zegt
Meeuwissen, “Gisteren werd hier de parencompetitie van het district gespeeld,
dan komen er de dag erna vaak minder spelers.” In totaal zitten er tien paren
(twintig spelers) aan vijf tafels, onder het genot van een drankje, te kaarten.
Wat misschien nog het meest opvallend is, is de leeftijd van de spelers.
Bridgen wordt door veel mensen gezien als een bejaardensport, maar hier is een
mix van verschillende leeftijden te vinden, van twintigers tot zestigers of
zeventigers.
Ze hebben in het begin weinig oog voor
de vreemdeling, die ze nu al een aantal minuten staat te observeren. Een
jongedame van in de twintig kijkt een keer om en glimlacht, waarna ze zich weer
richt op haar medespelers. Rechts voor in de kamer staat een lege tafel met
daarop en tafelkleed en alle benodigdheden om te bridgen: een kaarthouder met
daarin 4 setjes speelkaarten van een stok, een rekje met biedkaarten een
rekenmachine.

Meeuwissen
vertelt wat meer over de club: “Theseus was vroeger een studentenvereniging.
Dit is dan ook de reden dat er nu nog steeds veel jongere spelers en studenten
hier spelen. Ook hebben we vroeger een aantal jeugdspelers gehad, die nu bij de
Nederlandse top behoren. Daarnaast wordt hier ook de districtscompetitie
gespeeld, waardoor spelers van heel de regio hier komen. Vaak komen er dan 72
mensen over de vloer.”
Maar wat maakt bridgen nou zo leuk? Meeuwissen: “Het is een uitdagend spel. Je
moet constant slim denken en je concentratie erbij houden, maar tegelijkertijd
is het voor veel mensen ook een gezelschapsspel. Er wordt onder het genot van
een drankje gespeeld en tijdens het spel wordt er ook lekker gekletst.” Wel
kent het spel een instapdrempel: “Bridgen is geen sport die je zomaar eventjes
kan beoefenen. Er zit een duidelijke leercurve in, vooral bij het bieden. Veel
bridgeclubs en de bridgebond bieden dan ook betaalde cursussen aan, die je de
basis leren, zodat je begrijpt hoe het spel gespeeld wordt. Daarnaast moet je
natuurlijk iemand vinden waarmee je een paar kunt vormen en waarmee je vast kan
spelen.”
Bridge voor Dummies
Bridgen is, zoals hierboven vermeld, een ingewikkelde sport. Het spel wordt in
paren of in viertallen gespeeld. Het spelen in paren is de makkelijkste vorm
van bridgen. Het spel begint met het delen van de kaarten. Iedere speler krijgt
13 kaarten en de paren zitten tegenover elkaar aan tafel.
Dan begint het bieden. Wanneer een speler denkt meer dan zeven slagen te kunnen
winnen (een slag is een ronde waarin
elke speler één kaart opgooit. Je wint de slag door de beste kaart op te
gooien). Wanneer je wilt bieden pak je een biedkaart uit het bakje dat op tafel
staat. Je geeft met je bod ook aan welke soort (op volgorde van sterkte: klaveren,
ruiten, harten, schoppen) je troef wil maken. Met een troefkaart win je altijd
de hand, zolang je de hoogste gespeelde troefkaart hebt. Naast de vier troeven
kan je ook nog ‘sans atout’ bieden, dan is er geen troef (En daarom moeilijker
te winnen). Daarnaast kun je nog aangeven hoeveel slagen je denkt te halen (bij
1 denk je zeven slagen te halen, bij 2 acht etc.). Voorbeeld: wanneer je 2
harten biedt, denk je acht slagen te kunnen halen wanneer harten troef is. De
speler met het hoogste bod wordt de leider genoemd en moet nu proberen het
contract (winnende bod) te behalen met behulp van de kaarten van zijn partner.
Dan begint het spelen. De partner van de leider legt zijn kaarten open neer op
tafel, zodat alle spelers kunnen zien welke kaarten hij of zij speelt. De
speler links van de leider komt uit (legt de eerste kaart op tafel). De leider
speelt met zijn eigen kaarten, maar geeft ook aan welke kaart zijn partner
speelt. Belangrijk is om kleur te bekennen (Als iemand bijvoorbeeld klaveren
uitkomt, moet je zelf ook klaveren spelen als je die hebt). Als een slag is
gespeeld pakken de spelers hun kaarten weer terug en leggen ze ondersteboven
bij zich (waarbij je duidelijk moet laten zien welke slagen je gewonnen en
verloren hebt). De winnaar van een slag moet vervolgens uitkomen. Alle dertien
slagen worden gespeeld, waarna wordt opgemaakt of de leider genoeg slagen heeft
gehaald. Is het gelukt, dan krijgt hij punten, afhankelijk van hoe moeilijk het
contract was. Is het niet gelukt, dan ontvangt hij strafpunten.
Nadat de ronde is gespeeld wordt ieders set kaarten apart opgeborgen in een
kaarthouder. De kaarten worden vervolgens meegenomen naar de volgende tafel,
waardoor die tafel precies dezelfde ronde speelt als jij net hebt gedaan.
Uiteindelijk is het doel van bridgen om de kaarten die je krijgt beter te
spelen dan de andere paren. Aan het einde van de avond wordt er namelijk een
balans opgemaakt van de gemiddelde score die bij een hand hoort. Dat gemiddelde
wordt gezien als 50%. Heb je een bepaalde hand beter gespeeld dan het
gemiddelde, dan scoor je boven de 50%. Speel je de hand minder, dan krijg je
een score van onder de 50%. De winnaar van de avond is uiteindelijk het paar
dat het hoogste percentage heeft behaald.
Er komt dus een hoop kijken bij bridgen. De manier waarop het spel gespeeld
wordt maakt het erg ingewikkeld, maar haalt gelijk het gelukselement eruit.
Meeuwissen: “Je bent niet afhankelijk van het feit dat je goede kaarten moet
krijgen om te winnen. Je moet ervoor zorgen dat je een bepaalde set van dertien
kaarten beter speelt dan de andere paren. Het is een skill-game.”

Topsport
De Nederlandse bridgers horen al jaren bij de top van de wereld. Danny
Molenaar, selectiespeler van het Nederlands bridgeteam en tevens
jeugdcoördinator van de Nederlandse Bridgebond (NBB), vertelt waarom hij al op
jonge leefitjd voor bridgen koos: “Ik ben er een beetje ingegroeid. Op de
basisschool leerde ik mini-bridge spelen en dat vond ik erg leuk om te doen.
Andere mensen keken me wel eens raar aan, want je ziet nu eenmaal niet veel
kinderen al jong voor bridge kiezen. Op een gegeven moment ging het zo goed,
dat ik er mijn geld mee kon verdienen. Toen heb ik me volledig op het bridgen
gefocust.”
Momenteel steekt Molenaar al zijn tijd in het bridgen: “Het is gewoon een
full-time baan. Je richt je volledig op het spelen om op deze manier zo goed
mogelijk te worden. Je werkt bijvoorbeeld aan biedsystemen.”
Imagoprobleem
Bridgen heeft naast het ingewikkelde karakter, ook te maken met een
imagoprobleem. Danny Molenaar, selectiespeler van het Nederlands bridgeteam en
tevens jeugdcoördinator van de Nederlandse Bridgebond (NBB), vertelt over het
imago van de sport: “Mensen zien bridgen als een oudemannensport, maar het is
veel meer dan dat.” Dit imago tast volgens Molenaar ook de leefbaarheid van de
sport aan: “Het is zeker zorgwekkend. De gemiddelde bridgespeler is 71 jaar oud
en de gemiddelde leeftijd stijgt ieder jaar met een jaar. Dat komt doordat er
vanuit de lagere leeftijden bijna geen aanwas is. Het is niet dat er geen hoop
is, maar het gaat zeker de verkeerde kant op.” Dit alles terwijl de nationale
teams blijven scoren op internationaal niveau; het open team behaalde het
afgelopen WK nog zilver.
Theseus is een van de uitzondering als het gaat om de gemiddelde leeftijd. “De
gemiddelde leeftijd van onze bridgers is 44, dat is echt heel erg laag.”,
vertelt Meeuwissen, “Helaas zijn we daarin een uitzondering op de regel. Ik zie
natuurlijk ook liever veel meer jongere bridgers komen.”
Vooral de cijfers over de jeugd zijn schrikbarend. Molenaar: “Er zijn op dit
moment maar ongeveer 300 jeugdspelers, terwijl we 115.000 leden hebben. Daarbij
moet ook nog gezegd worden dat jeugd bij ons iedereen tot 25 jaar oud is.” Toch
is ook het niveau bij de jeugdbridgers erg hoog: “Onze aspiranten zijn eerder
dit jaar europees kampioen geworden en op dat zelfde EK hebben we met de andere
jeugdteams ook nog zilver en brons gepakt.” Volgens Molenaar zijn er twee
factoren die spelen in de keuze om te gaan bridgen: “Allereerst moet je
natuurlijk het spel leuk vinden om te doen. Daarnaast beginnen veel mensen met
bridgen, omdat ze van andere mensen te horen krijgen dat het leuk is om te doen
en dat je er veel sociale contacten mee kan opbouwen. Er zijn alleen weinig
jeugdige bridgers, dus het horen van is niet zo vanzelfsprekend als bij
bijvoorbeeld voetbal of hockey.”
Ook een gebrek aan media-aandacht zorgt voor weinig populariteit bij jongeren.
“We hoeven niet te rekenen op veel berichtgeving rondom onze nationale ploegen.
Bij het afgelopen WK, waar het open team zilver won, werd er weinig over
geschreven, ondanks dat het zo goed ging, en als het open team al bijna geen
aandacht krijgt, dan hoeven we het voor de jeugd al helemaal niet te
verwachten”, vertelt Nancy de Boer, adjunct directeur van de NBB. De laatste
keer dat bridgen wat uitgebreider werd belicht is alweer acht geleden: “Toen
het WK van 2011 in Veldhoven werd georganiseerd, werd er een reportage over
gemaakt. Dat was het dan ook wel.”
Initiatief
Om aan meer jeugdleden te komen, is de NBB begonnen met allerlei initiatieven
begonnen om de jongere generatie in aanraking te laten komen met bridgen. De
Boer: “We zijn momenteel aan het kijken of het haalbaar is om bridgelessen te
geven op middelbare scholen. Er zijn al een aantal scholen waar dat gebeurd,
maar we proberen het op een grotere schaal aan te bieden. Daar is ook extra
geld voor vrijgemaakt. Ook zetten we ons enorm in voor bridgekampen voor de
jeugd, waar zowel kinderen die al goed kunnen bridgen als kinderen die nog niet
bridgen naar toe kunnen.” Daarnaast probeert de bond ook via hun huidige leden
jongeren aan te trekken. De Boer: “We zijn ook al een tijdje bezig met opa’s en
oma’s die hun kleinkinderen leren bridgen.”
Molenaar denkt dat de huidige generatie jeugd wel enthousiast te maken is:
“Veel kinderen gamen tegenwoordig. Gamen is een stuk laagdrempeliger. Toch denk
ik dat als we kinderen meer in contact kunnen brengen met het bridgen, dat er
vanzelf een groepje jongeren wordt gevormd dat bridgen leuk vindt om te spelen.
Het is alleen niet makkelijk om ze ermee in aanraking te laten komen, omdat
bridgen niet zo laagdrempelig is als andere sporten en spellen.”
Doodzonde
Bridgen is een interessant spel en stelt je denkvermogen op de proef. Daarnaast
is bridge ook een vorm van gezelligheid en het onderhouden van sociale
contacten. Het imagoprobleem dat er momenteel is zorgt voor problemen, maar de
NBB hoopt in de komende jaren het aantal jeugdleden te laten stijgen. Bij
Theseus gaan ze in ieder geval gewoon door. “Het zou doodzonde zijn om deze
sport langzamerhand te zien verdwijnen.”